Het Amsterdamse binnenwater wordt tegenwoordig bevolkt door
zo'n 2400 huishoudens op woonboten. Van die 2400 liggen er ca.
750 binnen de zeventiende eeuwse Singelgracht die de
grachtengordel omringt. Er is sprake van concentraties op
bepaalde wateren zoals de brouwersgracht en het noordelijk
deel van bijv. de prinsengracht terwijl andere stukken, zoals
de gouden bocht op de Herengracht bewust leeg zijn gehouden.
Het wonen op het water kwam vooral in zwang na de tweede
wereldoorlog, toen er enerzijds een grote woningnood in de
stad was en er veel oude binnenvaartschepen voordelig op de
markt kwamen. De Nederlandse binnenvaartvloot werd in die tijd
snel vernieuwd en vergroot. Veel mensen zagen in de afgedankte
schepen, veelal zo'n 25 meter lang, een goede en goedkope
mogelijkheid om er woonruimte van te maken.
In de zestiger en zeventiger jaren was de toevloed het grootst
en het uiterlijk van de schepen enorm kleurrijk hoewel de
woonomstandigheden in onze moderne ogen nogal primitief moeten
zijn geweest. Tegenwoordig is het niet meer de goedkoopste
woonvorm en laat het comfort aan boord van deze drijvende
huizen vaak weinig te wensen over.
Binnen het huidige beleid is het aantal Amsterdamse
woonschepen gefixeerd, er worden momenteel geen nieuwe
ligvergunningen meer afgegeven. Dit heeft tot gevolg dat de
prijzen van woonschepen met een ligplaats de laatste jaren
drastisch zijn gestegen, in Amsterdam Centrum bijvoorbeeld,
hoef je onder de tachtig mille niet te zoeken.
Woonboten zijn grofweg te onderscheiden in twee soorten, al
hanteert de gemeente Amsterdam nog een derde (sub)soort.
Het eerste type is het woonSCHIP, een oud binnenvaartschip
waar de laadruimte is verbouwd om een aanvulling te bieden op
de (te)kleine schipperswoning achterin het schip. Veel van
deze schepen stammen uit het eerste kwart van deze eeuw en
zijn vaak van staal of ijzer.
De subsoort die Amsterdam hanteert is het woonVAARTUIG, een
woonboot die is gebouwd op de romp van een oud
binnenvaartschip of dekschuit. Bij deze categorie zijn de
originele luikenkap en stuurhuis geheel vervangen door een
opbouw die alleen bedoeld is om in te wonen. Voor deze soort
is onlangs de bijnaam 'schark' verzonnen, schuit van onder en
ark van boven.
Het derde type is de woonARK, een woonboot die als zodanig is
ontworpen zonder vaarpretenties, een drijvend huis. Deze arken
zijn gebouwd op rechthoekige bakken, vroeger van staal,
tegenwoordig meestal van beton. De betonnen variant heeft als
voordeel dat het casco nagenoeg onderhoudsvrij is terwijl alle
andere woonboten regelmatig uit het water gehaald moeten
worden voor inspectie en behandeling tegen roest. De opbouw
van de arken is vaak in hout uitgevoerd, hoewel er ook in
Amsterdam woonarken liggen met een gemetseld stenen huis.
Volgende pagina
|